Beautiful After Breast Cancer Foundation

Preventie

De moderne geneeskunde begint meer en meer een preventieve geneeskunde te worden. Ook inzake borstkanker is hier de laatste jaren, met de ontdekking van het BRCA-gen, een shift gekomen naar preventie. Ondertussen zijn meerdere genen ontdekt alsook meerdere risicofactoren beschreven. Afhankelijk van beide kan een gepersonaliseerde screeningsstrategie gekozen worden. Het is daarom belangrijk om deze risico- en genetische factoren te begrijpen.

Diagnose

Ik kreeg de diagnose kanker... Deze website is een portaal die u en uw naasten zal helpen om persoonlijke informatie en antwoorden te vinden voor uw probleem.

Deze website moet een houvast  en steun zijn voor patiënten op weg naar herstel en een beter leven.

Het "Diagnose" gedeelte van onze website is opgesteld in twee belangrijke delen. Ten eerste zorgen we in "Anatomie en Fysiologie" voor een basiskennis van de borst. In het tweede deel "Tumoren en aandoeningen" gaan we dieper in op alles wat met aandoeningen van de borst te maken heeft.

Verder wensen wij vrouwen te informeren die zich afvragen of zij wel een borstprobleem hebben, maar daarvoor nog niet onmiddellijk hun arts willen consulteren. Kennis en informatie kunnen dikwijls een onmiddellijke geruststelling betekenen indien de vrouw zelf in staat is het probleem te onderkennen en inziet dat hier geen specifieke behandeling voor noodzakelijk is. Anderzijds trachten we ook vrouwen te informeren bij wie wel degelijk een ernstig borstprobleem is vastgesteld, zoals bijvoorbeeld een kwaadaardige aandoening, en die goed voorbereid naar hun arts willen stappen.

Behandeling

Bij de behandeling van een borstkanker hoort meteen ook een keuze gemaakt te worden rondom de reconstructie. Er is geen fundamenteler doel van onze Stichting dan deze awareness bij de patiënten en oncologische chirurgen te brengen. Door vooraf een geïnformeerde beslissing te nemen, blazen we geen bruggen op voor een latere reconstructie zonder hierbij het oncologische aspect uit het oog te verliezen. Uiteraard primeert de overleving en zal de beslissing van de oncologische chirurg altijd voorgaan.

Op de pagina "Beslissen" staat alle informatie die u kan verwachten tijdens een eerste consultatie alvorens u de tumor laat verwijderen. Deze pagina is zeer uitgebreid en uw plastisch chirurg zal enkel die informatie vermelden die voor uw persoonlijke situatie toepasbaar is.

"Verwijderen van de tumor" vertelt het verhaal van de operatie zelf. Dit is de belangrijkste operatie want een goede wegname van de tumor is en blijft het belangrijkste. We leiden u door de verschillende vormen van wegname. Deze beslissing wordt vaak voor u genomen door een multidisciplinair team van oncologen, radiologen, pathologen, radiotherapeuten, borstverpleegkundigen, gynaecologen, oncologische chirurgen en plastische chirurgen.

In het deel "Borstreconstructie" staat alle informatie en illustratie van de verschillende soorten reconstructie met bijhorende stappen.

Revalidatie

Wie behandeld is voor kanker heeft vaak een lange periode nodig om te herstellen.

Kanker is een ingrijpende ziekte met een zware behandeling. Vaak kampen mensen nadien met psychosociale en/of lichamelijke problemen zoals stress, angst, extreme vermoeidheid, pijnlijke gewrichten, een verminderde conditie, lymfoedeem… Dit kan een grote invloed hebben op het algemeen welzijn.

Er zijn revalidatieprogramma’s die worden aangeboden door de meeste ziekenhuizen. We behandelen hier een aantal grote thema’s.

Quality of life

De levenskwaliteit is een belangrijke factor bij het omgaan met borstkanker. Daarom is het belangrijk om coping-mechanismen te vinden die werken, en die zullen van patiënt tot patiënt verschillen. Voor sommigen kan dat zijn: plezier vinden in activiteiten die zij voor de diagnose deden, tijd nemen om te genieten, vrijwilligerswerk doen, lichaamsbeweging... Van het grootste belang is dat studies hebben aangetoond dat het accepteren van de ziekte als een deel van iemands leven een sleutel is tot effectieve verwerking, evenals het focussen op mentale kracht om de patiënt in staat te stellen verder te gaan met het leven. In dit gedeelte behandelen we enkele onderwerpen die patiënten tijdens en na de behandeling ervaren en geven we informatie om deze aan te pakken.

Meer borstoperaties

I. Esthetische borstoperaties

A. Preoperatieve stadia

Het preoperatieve overleg

Voor de meeste plastisch chirurgische ingrepen is het raadzaam om twee consulten met uw chirurg te hebben. Het zijn electieve procedures, zodat er geen dringende medische behoefte is voor een operatie. In tegenstelling tot noodsituaties zoals appendicitis, is het de patiënt en niet de arts die bepaalt wanneer en door wie de operatie wordt uitgevoerd. Het is daarom noodzakelijk dat de chirurg alle mogelijke benaderingen schetst die u wenst en hun mogelijke complicaties.


Om voldoende tijd te hebben om deze informatie over te brengen, dienen er meestal twee consulten aan de patiënt aangeboden te worden. Een paar weken tussen de twee bezoeken dienen overwogen te worden zodat de patient wat bedenktijd heeft en suggesties van de chirurg zorgvuldig kan overwegen.


Om zo goed mogelijk aan uw behoeften te voldoen, is het essentieel dat u de chirurg van uw volledige medische geschiedenis op de hoogte brengt, inclusief:

  • alle medicijnen die momenteel genomen worden, vooral degenen die invloed kunnen hebben op de bloedstolling 

  • significante medische voorgeschiedenis 

  • eerdere operaties 

  • allergieën, met inbegrip voor medicatie, kleverige tapes of latex.

Zoveel mogelijk uw fysieke conditie voorafgaand aan de operatie optimaliseren zal ook helpen om het risico op complicaties te minimaliseren. In het bijzonder roken verhoogt het risico op:

  • Infectie 

  • Bloeding 

  • Genezingsproblemen 

  • Bloedstolsels

Stoppen met roken, zelfs een paar weken voorafgaand aan de operatie, zal deze situatie verbeteren.


Tijdens het consult zal de chirurg zijn / haar inzet benadrukken, maar eveneens het belang van de toewijding van de patiënt zelf. Dit betreft het onderhouden van een goede gezondheid en het halen van hulp uit alle beschikbare informatie over de procedure op websites, in literatuur en steungroepen. De chirurg kan ook contactgegevens van eerdere patiënten hebben die graag met u praten over hun ervaringen van de operatie en het herstel. Het kan ook nuttig zijn om een second opinion te verkrijgen van een andere chirurg. Het is echter belangrijk te onthouden dat verschillende chirurgen verschillende benaderingen hebben voor hetzelfde probleem en soms kan te veel advies leiden tot verwarring.



Tussen het consult en heelkunde

Zodra de beslissing gemaakt is om verder te gaan met de operatie, zal uw arts beslissen welke preoperatieve medische controles noodzakelijk zijn. Hieronder is een lijst van vaak uitgevoerde onderzoeken, hoewel niet alle mensen behoefte hebben aan al deze onderzoeken:

  • Bloedtesten voor bloedarmoede en stollingsstoornissen 

  • Elektrocardiogram (ECG) voor hartaandoeningen te controleren

  • RX-thorax om longproblemen te controleren 

  • Mammografie om vroege tumoren uit te sluiten 

  • CT-scan om vorige gezondheidsproblemen te controleren of om preoperatief de bloedtoevoer naar het weefsel in kaart te brengen

Een plan zal worden opgesteld voor eventuele postoperatieve ondersteunende kledingstukken die nodig kunnen zijn, zoals bh's of abdominale ondersteuning.


In de weken voorafgaand aan de ingreep is het een goed idee om een tas klaar te maken, vol met alle dingen die u nodig heeft, waaronder een sport-bh, zoals aanbevolen door uw chirurg. U moet stoppen met het innemen van bloedverdunnende geneesmiddelen zoals aspirine een week van tevoren en het is een goed idee om uw inname van vitamine E en knoflook te verminderen. In sommige gevallen kan er u geadviseerd worden om een mild laxeermiddel of een vezel supplement in te nemen om het risico op obstipatie te minimaliseren. Dit kan namelijk een lastig neveneffect zijn van veel van de pijnstillers die gebruikt worden rond het tijdstip van de operatie.

Thuis is het verstandig om u eveneens voor te bereiden op uw terugkeer van een operatie door het in huis halen van voorzieningen voor gemakkelijk te bereiden maaltijden of huishoudelijke hulp. Zorg er ook voor dat u genoeg voorschriften hebt voor uw gebruikelijke medicatie voor ten minste 2 weken na de procedure.

De avond voor de operatie mag u niet eten of drinken na middernacht en dient u zeker alcohol te vermijden.



Opname voor heelkunde

Voor grote operaties kan er u gevraagd worden om te komen de avond ervoor, maar voor de meeste procedures is het voldoende om de dag van de operatie aanwezig te zijn. Omdat uw chirurg ervoor wil zorgen dat alle patiënten goed voorbereid zijn voordat er geopereerd wordt, zal hij / zij meestal vragen dat iedereen vroeg in de ochtend aanwezig is. Degenen die later op de dag gepland zijn voor een operatie zullen nood hebben aan een bezigheid, zoals een goed boek, maar ook geduld!

Uw chirurg zal u bezoeken en alle last minute vragen beantwoorden vaak alvorens het nemen van foto's voor uw medisch dossier. Hij / zij zal vervolgens een aantal pentekeningen schetsen om de operatie in kaart te brengen in een rechtopstaande positie, aangezien de vorm verandert wanneer u gaat liggen. Deze planning kan nog steeds opnieuw gecontroleerd worden tijdens de operatie met behulp van een kantelbare operatietafel.

B. Borstvergroting

Een beschrijving van het probleem

Borstvergroting wordt uitgevoerd bij vrouwen die vinden dat hun borsten te klein zijn (hypoplastisch). In de meeste gevallen is er slechts behoefte aan extra volume maar soms kan mild afhangen van de borst gecorrigeerd worden door toevoeging van een implantaat.

Na liposuctie is borstvergroting de meest uitgevoerd procedure door plastisch chirurgen. Als een borst klein is en tevens significant afhangt, kan het nodig zijn om een borstlift tegelijkertijd met een augmentatie uit te voeren. Dan kunnen zowel de vorm als het volume worden aangepakt.

Bij het bespreken van de problemen en de oplossingen voor hypoplasie van de borst, is het belangrijk te realiseren dat het eindresultaat aanzienlijk wordt beïnvloed door de kwaliteit van de bovenliggende huid en de consistentie van het borstweefsel. Hoe beter de huid en hoe dikker het onderliggend subcutaan vet, hoe meer het implantaat bedekt zal zijn en het resultaat natuurlijker zal zijn.


Doel van de operatie

Het doel is om het volume van de borst te vergroten en / of de bovenliggende huid te verstrakken. Als er eveneens een lift wordt uitgevoerd, zal de tepel omhoog worden verplaatst, naar een meer esthetische positie.

Om een borst te vergroten zijn er een aantal technieken beschikbaar:

  1. Implantaat 

  2. Vet transfer of 'lipofilling' 

  3. Microchirurgische weefsel transfer 

  4. Externe expansie


De chirurgische techniek
Implant gebaseerde borstvergroting

Borstimplantaten zijn als kleine ballonnen. De buitenlaag is zacht en elastisch, maar zeer sterk. Er zijn verschillende stijlen van implantaten waarbij de buitenste lagen verschillen in dikte, structuur en flexibiliteit. Sommige hebben een extra buitenste laag van titanium of polyurethaanschuim.

De prothese is gevuld met een zoutoplossing (zout water) of siliconengel. In het verleden konden vloeibare siliconengels problemen opleveren als de buitenlaag scheurde. Tegenwoordig is de gel echter cohesief, zodat zelfs indien er geen buitenlaag zou zijn, de gel toch bij elkaar zou blijven. Ze is zacht en buigzaam, maar niet vloeibaar.

De vormen en volumes van implantaten variëren sterk. Sommige zijn rond, terwijl anderen een druppelvormig profiel hebben. Er zijn tal van fabrikanten en chirurgen kunnen hun voorkeur hebben, maar zullen de opties bespreken met hun patiënten. Hoewel er vele variëteiten beschikbaar zijn, zal naar onze mening een implantaat dat te groot is tot een minder natuurlijk resultaat leiden en zeer grote implantaten kunnen tot meer complicaties leiden.

De chirurgische techniek is eenvoudig. Via een kleine incisie wordt een pocket gemaakt achter de borst en de prothese ingebracht. De meest voorkomende plaatsen voor incisie zijn (figuur 1):

  • In de buurt van de oksel
    In de plooi onder de borst
    Rond het tepelhof

fig1

Fig. 1

Implantaten kunnen worden geplaatst via de navel, maar dit is technisch moeilijk en de resultaten zijn daarom vaak niet zo goed. Deze procedure en de oksel incisie zijn eigenlijk alleen geschikt voor implantaten gevuld met een zoutoplossing. Als ze later gecorrigeerd moeten worden, zou de volgende incisie in de borstplooi of tepel moeten gebeuren. Tepelhof incisies genezen goed, maar kunnen soms ook invloed hebben op het gevoel aan de tepel. Het is om deze redenen dat onze voorkeur gaat naar een incisie thv de borstplooi.

Het implantaat kan ofwel boven (figuur 2) ofwel onder (figuur 3) de borstspier geplaatst worden. Als er genoeg borstweefsel en goede kwalitatieve huid is, wordt het implantaat best geplaatst onder de spier. Wanneer de bovenliggende weefsel dun wordt het implantaat beter onder de spier geplaatst. Soms is een combinatie van deze twee plaatsen de beste manier om een goed resultaat te bekomen. De positie van de prothese heeft weinig invloed op het risico op complicaties.

fig2muscle

fig3muscle

Fig. 2: Positie voor de borstspier

Fig. 3: Positie achter de borstspier

Tot slot, zal een chirurg soms beslissen om een kleine afvoerbuis die door de huid gaat achter te laten om te voorkomen dat er zich een vochtcollectie vormt rond het borst implantaat. Dit zal na een of twee dagen verwijderd worden.

Vergroting door lipofilling

Met deze techniek worden vetcellen verwijderd uit een ander deel van het lichaam, verwerkt om ze te isoleren van hun omringende vloeistof en geïnjecteerd in de borst net onder de huid. Het belangrijkste voordeel is dat er geen vreemd materiaal dient geplaatst te worden en er aldus geen afstoting kan optreden. Echter, niet alle cellen overleven de procedure en slechts ongeveer 40-60% blijft over. Eens overleefd zal het een leven lang meegaan. Het nadeel is dat slechts een beperkte hoeveelheid kan geïnjecteerd worden bij elke gelegenheid. Rond 100-150cc is het maximum. Slechts zeer kleine littekens blijven achter waar het vet wordt weggenomen en waar het vervolgens geïnjecteerd wordt. Hoewel de techniek niet echt complex is, is het wel zeer tijdrovend.


De ideale patiënt voor deze procedure is een jonge vrouw met overtollig vet rond de buik of heupen die kleine borsten heeft en slechts een bescheiden borstvergroting wenst.

Meer informatie hierover vindt u op www.lipofilling.com

Samengestelde borstvergroting

Het borstprothese-implantaat is misschien wel het belangrijkste hulpmiddel dat ooit is ontwikkeld op het gebied van plastische en reconstructieve chirurgie. Ondanks een halve eeuw technologische vooruitgang blijft het aantal revisies van borstprothesen hoog: 24% na 4 jaar en 36% na 10 jaar. Veel revisies worden uitgevoerd vanwege problemen met de weke delen en niet vanwege het falen van de prothese zelf. Problemen met weke delen zijn onder andere kapselcontractuur en chronisch geatrofieerd en inadequaat overliggend weefsel dat soms zichtbaarheid van het implantaat veroorzaakt, een aandoening die we definiëren als "falen van weke delen". Eenvoudig gezegd is een van de grootste nadelen van borstimplantaten dat ze er onnatuurlijk uitzien als de verhouding tussen het volume van de weke delen en dat van het implantaat uit balans is.

Vroeg werk met lipofilling richtte zich op volumevergroting van de kern, maar er is een natuurlijke beperking aan de projectie die alleen met vet kan worden bereikt, vanwege de zachte aard ervan. Naar analogie van "bergen zand" gaat borstprojectie met alleen vet ten koste van een brede borstafdruk, vaak breder dan gewenst.

De afgelopen 5 jaar hebben we met succes gebruik gemaakt van een combinatie van een klassiek implantaat en gelijktijdige behandeling van het bovenliggende zachte weefsel met lipofilling - een concept dat we omschrijven als composietborstchirurgie. Door beide media te combineren, kan men de volumeprojectie van een implantaat bereiken, aangevuld met de natuurlijke look en feel van een vetlaag.

De techniek is eenvoudig: het implantaat wordt in een pre-musculair vlak geplaatst, waardoor postoperatieve beweging van het implantaat met bewegingen van de arm wordt vermeden. Deze positionering is ook veel minder pijnlijk. Lipofilling wordt voornamelijk toegevoegd aan de superieure rand van het implantaat om de weke delen van het implantaat beter te bedekken. Er kan ook vet worden toegevoegd in de andere kwadranten van de borst om de verhouding implantaat versus zacht weefsel te verbeteren. Kleinere implantaten met een dikkere bedekking van het zachte weefsel zullen minder vatbaar zijn voor complicaties op lange termijn.

esthetic type

Afbeelding 4. Vooraanzicht en zijaanzicht van het inbrengen van het implantaat bij een composiet borstvergroting. Diepe lipofilling, vlak voor de spier (blauw) en subcutane lipofilling (geel) worden voornamelijk uitgevoerd aan de boven- en mediale rand van de borst om de rand van het implantaat te bedekken en een natuurlijke uitstraling van het decolleté te verkrijgen.

Vergroting gebruik makend van microchirurgische technieken

Onze ervaring op het gebied van borstreconstructie laat ons toe weefsel uit de bil of buik te gebruiken om volume toe te voegen aan de borst.
Een gedetailleerde beschrijving van deze technieken is beschikbaar in de sectie over reconstructie. Kort samengevat kan een stuk huid en vet genomen worden uit de buik, de billen of de binnenkant van de dij, na losmaken van de bloedtoevoer. Dit wordt vervolgens weer aan een ander bloedvat nabij de borst vastgemaakt, zodat het getransplanteerde weefsel overleeft op de nieuwe bloedtoevoer.
Het grootste nadeel is dat dit een lange, complexe procedure is en een groot litteken thv de donor site achterlaat. Het heeft echter het voordeel dat voldoende weefsel in één operatie kan bekomen worden om de beide borsten te vergroten met een volume tussen de 300 en 800 cc. Het weefsel is lichaamseigen zodat geen afstoting zal plaatsvinden en het zal eveneens een leven lang zal meegaan.
De ideale patiënt voor deze aanpak zou een dame zijn die de tummy-tuck die wordt uitgevoerd op de donor site als een voordeel zou zien. Dit is vooral het geval na meerdere zwangerschappen, gewichtsverlies of bij patiënten die de middelbare leeftijd bereiken.


Vergroting door externe expansie

Deze procedure was enkele jaren geleden populair. Een externe expander werd geplaatst voor suctie aan de buitenzijde van de borst om aldus zo een vergroting te bekomen. De resultaten bleken echter onvoorspelbaar en van korte duur en daarom wordt de techniek tegenwoordig nog zelden uitgevoerd.


Borstvergroting in combinatie met een borstlift

De details van een borstlift werden reeds eerder beschreven. Het laat toe de positie van de tepel te verplaatsen en het implantaat wordt ingebracht via het verticale litteken van de mastopexie.
De combinatie van een borstvergroting en een borstlift is de ideale oplossing voor afzakkende, kleine borsten, maar het is niet zo eenvoudig als het lijkt.
Het is technisch een meer veeleisende procedure dan elke component op zich. Het kan moeilijk zijn om een aangename vorm en symmetrie te bekomen. Extra littekens langs de verticale lijnen en rond de tepel dienen eveneens in overweging genomen te worden.

Voorbeelden
esthetic5a

Fig. 5a

esthetic5c

Fig. 5b

esthetic5d

Fig. 5c

esthetic5b

Fig. 5d

Figuren 5: Pre- (a) en postoperatieve (b,c,d) beelden van een borstvergroting met een 280 cc anatomisch gevormde cohesieve gel siliconen implantaat geplaatst onder de musculus pectoralis maior.

esthetic6a

Fig. 6a

esthetic6b

Fig. 6c

esthetic6c

Fig. 6c

esthetic6d

Fig. 6d

Figuren 6: Pre-(a) en postoperatieve (b,c,d) beelden van een borstvergroting gebruik makend van huid en vet van de onderbuik door micro-chirurgische transplantatie.

esthetic7a

esthetic7b

Figuur 7: Zaak 1: Pre-(boven) en postoperatieve (onder) beelden van een composiete borstvergroting, combinatie van borstimplantaten en lipofilling.

esthetic8a

esthetic8b

Figuur 8: Zaak 2: Pre-(boven) en postoperatieve (below) beelden van een composiete borstvergroting, combinatie van borstimplantaten en lipofilling.

esthetic9a

esthetic9b

Figuur 9: Pre-(boven) en postoperatieve (onder) beelden van een borstvergroting mastopexie, combinatie van borstimplantaten met een borstlift procedure.

esthetic10a

esthetic10b

Figuur 10: Pre-(boven) en postoperatieve (onder) beelden van een andere borstvergroting mastopexie, combinatie van borstimplantaten met een borstlift procedure.

Wat te verwachten na de operatie

Er wordt meestal een verband aangebracht over de littekens. Drains –dit zijn afvoerbuisjes die via de huid naar buiten komen en overtollig vocht dienen te verwijderen- kunnen ook geplaatst zijn. Een band of tape rond de borst zal het implantaat op zijn plaats houden. Nadat dit verwijderd is dient een goed passende sportbeha gebruikt te worden. Normale gevolgen van de operatie zijn blauwe plekken en zwellingen. Er kunnen sensorische veranderingen thv de huid van de borst of de tepel zijn. Dit is meestal tijdelijk. Lichte pijn en ongemak na een operatie zijn te verwachten en kunnen worden behandeld met pijnstillers. Als het implantaat onder de spier geplaatst is, kan de eerste dagen na de operatie het bewegen van de arm in bepaalde richtingen bemoeilijkt zijn.


Verblijfsduur

Voor implantaten alleen of lipofilling kan u normaal gezien dezelfde dag of de volgende dag naar huis. Na een microchirurgische procedure dient u 3-5 dagen in het ziekenhuis te blijven.


Na ontslag

Als de wond afgedekt werd met papieren tape, kan dit verwijderd worden door te wassen na 1 week. Afhankelijk van de manier van het sluiten van de huid, kan er aanvullend advies door uw chirurg gegeven worden.


Zoals reeds eerder vermeld, moet u de juiste ondersteuning dragen die kan worden verstrekt door een sportbeha. Een normale beugelbeha kan gedragen worden na drie maanden. Inspannende lichaamsbeweging en sport dient vermeden te worden gedurende minstens een week en het is beter om niet te slapen op de buik de eerste 8 weken.


Een tot vier weken dient vrijaf genomen te worden op het werk, maar dagelijkse huishoudelijke taken kunnen binnen de eerste dagen hervat worden.


Sensorische veranderingen die ervaren worden onmiddellijk na de operatie zullen slijten na verloop van tijd. Dit zal langer duren als een groter implantaat gebruikt is en zal zelden permanent zijn.


Het geven van borstvoeding wordt niet beïnvloed door borstimplantaten.


Mogelijke complicaties

Vroeg

  • Bloeding

  • Infectie

  • Wondheling problemen

  • Huidirritatie

Laat

  • Aanhoudende sensorische stoornis

  • Asymmetrie

  • Ontevredenheid met volume

  • Litteken hypertrofie (verdikking)

  • Aanhoudende pijn

  • Capsulaire contractie

  • Implant verplaatsing, scheur, lek of meer voelbaar geworden

Er is geen bewezen verband tussen borstimplantaten en systemische ziekten. Er waren enkele onrustwekkende verhalen in de pers, maar er kon nooit een eenduidig verband aangeduid worden.


Finale Punten

Dit is een puur cosmetische procedure die uw zorgverzekeraar niet zal financieren. Zowel de medische kosten als vergoedingen moeten door de patiënt vergoed worden. De kosten variëren van geval tot geval en een akkoord zal vooraf moeten gemaakt worden met uw chirurg.

 

Lees meer (links)

Lees meer over de Veiligheid van Siliconengel-Gevulde Borstimplantaten
Lees meer over de complicaties bij borstimplantaten
Lees meer over wat u uw dokter kan vragen
Lees meer over welke zaken u moet overwegen alvorens borstimplantaten te krijgen

C. Borstverkleining

Een beschrijving van het probleem

Chirurgische planning is afhankelijk van het type borsthypertrofie (overmatige groei)


Type 1:

De toename in volume situeert zich voornamelijk in het centrale en bovenste deel van de borst. De zwaartekracht trekt het weefsel naar beneden en de afstand van tepel tot sleutelbeen stijgt sterk, terwijl deze tot de plooi onder de borst slechts licht toeneemt.


Type 2:

De klier is overontwikkeld in het onderste gedeelte van de borst. Meer huidrek treedt op onder de tepel, zodat de afstand van de tepel tot de borstplooi toeneemt.


Type 3:

Een combinatie van bovenstaande, waarbij beide metingen aanzienlijk toenemen.

reduction fig1

Fig. 1 Type I

reduction fig2

Fig. 2 Type II

reduction fig3

Fig. 3 Type III

Figuren 1,2,3: De drie verschillende vormen van borsthypertrofie  

Doelstellingen van Heelkunde

Het probleem is het resultaat van zowel een teveel aan huid als aan weefsel. Chirurgie vermindert dus het volume en herschikt bovendien de huid om een aangename vorm te produceren. Hierbij wordt de tepel verplaatst en het tepelhof verkleind indien nodig.



Technische aspecten van de Chirurgie

Er is aanzienlijke vooruitgang gemaakt in de chirurgische technieken voor borstverkleining in de afgelopen 50 jaar. Aanvankelijk was volumereductie het hoofddoel. Dit werd verfijnd om ook in een aangename vorm te voorzien . Recentere ontwikkelingen stellen ons in staat om het bovenstaande te bereiken terwijl het de omvang van de littekens minimaliseert. De aandacht wordt ook gehandhaafd op het behoud van de bloedstroom en de sensatie van de tepel en het tepelhofcomplex.


Voor de operatie tekent de chirurg een aantal complexe markeringen op de borst van de patiënt. Het is belangrijk om dit uit te voeren terwijl de patiënt rechtop staat aangezien de verhoudingen veranderen bij het neerliggen voor een operatie. De metingen berekenen de hoeveelheid weefsel die verwijderd dient te worden en de nieuwe hoogte van de tepel. Het is moeilijk om een bepaalde gewenste borstvorm te plannen, maar na overleg kan een gemiddelde borstgrootte worden overeengekomen. Meestal wordt een C cup beschouwd als de beste balans tussen borst- en borstkasgrootte, maar dit kan worden aangepast aan de voorkeur van de patiënt.


De procedure bestaat uit drie hoofdcomponenten. Een weefsel 'pedikel' wordt ontworpen om de bloedtoevoer en het gevoel aan de tepel te behouden. Overtollige huid en weefsel worden vervolgens verwijderd, voordat de borst uiteindelijk in een aangename vorm wordt gebracht en gesloten. Een aantal alternatieven bestaan voor elk van deze fasen.


De bloedtoevoer naar de tepel kan bereikt worden door 'pedikels' die vanuit verschillende richtingen ontstaan en deze kunnen ontworpen worden in verschillende diktes. Evenzo kan borstweefsel voornamelijk uit de bovenkant, de onderkant of van buiten de borst verwijderd worden. Nadat een wig weefsel wordt verwijderd, produceert het bij elkaar brengen van het resterende weefsel een aangenaam borst 'kegel'.


De overtollige huid kan verwijderd worden volgens een van de beschreven methodes gebruikt bij een borstlift. Er zal een litteken ontstaan rondom het tepelhof en één uitbreidend verticaal naar beneden. In sommige technieken genaamd 'verticaal litteken' zijn dit de enige littekens. Gewoonlijk echter zal nog een litteken in de plooi onder de borst nodig zijn om de ideale vorm te bereiken. Algemeen gesteld zijn er twee technieken die het meest worden gebruikt.



De verticale litteken techniek (van Lassus en Lejour)

Hierbij worden de tepel en het tepelhof met een van bovenaf geleverd bloedtoevoer gelaten. Een wig weefsel wordt verwijderd uit het onderste deel van de borst en de enige littekenvorming betreft deze rondom het tepelhof en deze verticaal tot aan de plooi onder de borst. Het belangrijkste voordeel is de beperkte littekenvorming. De nadelen zijn dat de bloedtoevoer naar de tepel net zoals het gevoel verlaagd kunnen zijn. De huid wordt enkel horizontaal getrokken in het onderste deel van de borst zodat overtollige huid langs de verticale lijn kan toelaten dat het overliggend weefsel terug begint af te zakken. Patiënten voor deze operatie moeten zorgvuldig gekozen worden.

reduction fig4

Fig. 4a

reduction fig 4b

Fig. 4b

reduction fig 4c

Fig. 4c

reduction fig 4d

Fig. 4e

reduction fig 4e

Fig. 4e

reduction fig 4f

Fig. 4f

reduction fig 4g

Fig. 4g

reduction fig 4h

Fig. 4h

Figuur 4: De verticale litteken techniek: (a) preoperatieve markeringen (b) de tepel wordt rondom ingesneden en de huid eronder ondermijnd; een pedikel van huid en een dun laagje intacte klier worden bewaard (c,d) een wig van weefsel onder de tepel wordt verwijderd (e,f) de tepel wordt naar boven verplaatst door het vouwen van het weefsel op zichzelf (g) Het overblijvende weefsel wordt samengebracht (h) de huid wordt gehecht met de wond bewust "samengepropt" om het uiteindelijke litteken te verkorten.

Perforator techniek (van Blondeel)

Hier worden de tepel en het tepelhof bevloeid door 'perforerende' bloedvaten die uit de pectoralis major spier komen van onderuit. Deze techniek houdt ook rekening met de sensorische zenuwen naar de tepel, dewelke in de meeste gevallen bewaard kunnen worden. Weefsel wordt voornamelijk verwijderd van onder en boven de tepel. Om optimaal de huid te reduceren in het onderste gedeelte, is een litteken van variabele lengte noodzakelijk in de plooi onder de borst. De belangrijkste voordelen van deze methode bedragen een robuste bloed- en zenuwvoorziening van de tepel en een natuurlijke vorm van de borst en het tepelhof na de chirurgie.

reduction fig 5a

Fig. 5a

reduction fig 5b

Fig. 5b

reduction fig 5c

Fig. 5c

reduction fig 5d

Fig. 5d

reduction fig 5e

Fig. 5e

reduction fig 5f

Fig. 5f

reduction fig 5g

Fig. 5g

reduction fig 5h

Fig. 5h

Figuur 5: (a) Preoperatieve markeringen. De groene pijlen geven aan waar de sensorische zenuwen en bloedvaten de tepel binnendringen (b) De huid wordt ondermijnd en verwijderd met behoud van de bloedtoevoer (c) het onderste gedeelte van de klier wordt verwijderd (d) verticaal weefsel wordt verwijderd (e,f) de kolom van weefsel met de tepel eraan wordt naar boven gekanteld (g) het overblijvende weefsel wordt samengebracht (h) de huid wordt gesloten met een ankervormig litteken

Wat te verwachten na de operatie

Er zal een verband aanwezig zijn op de wonden van elke borst. Elastische tape of een speciale beha kan gebruikt worden om de borst te ondersteunen. Er zullen vaak buisjes aanwezig zijn die door de aangrenzende huid naar buiten komen, voor de afvoer van overtollige vloeistof die zich na de operatie ophoopt. Deze kunnen verwijderd worden tussen de 24 en 48 uur na de operatie. Het is normaal om het volgende te zien na de operatie:

  • Blauwe plekken, meestal rond het tepelhof, maar de verkleuring kan zich verspreiden over de borstkas. Zwelling van de borst komt ook vaak voor. Dit wordt erger in de eerste paar dagen, maar verbetert daarna geleidelijk aan. 

  • Tijdelijk gevoelsverlies van de tepel, het tepelhof of de omliggende huid. Dit komt vaak voor en kan weken tot maanden duren om volledig te herstellen, afhankelijk van de ingreep. Er zal ook pijn aanwezig zijn na de operatie. De initiële pijn gaat weg, maar wanneer de littekens rijpen zal er occasioneel stekende pijn aanwezig zijn in de komende maanden.


Voorbeelden
red fig5a

red fig 6b

Figuur 6: Pre-(boven) en postoperatieve (onder, 14 maanden na de operatie) foto's van een 29-jarige vrouw met prominente Type III hypertrofie van de borsten die een borstverkleining onderging met behulp van de BLONDEEL techniek. De tepels werden gecorrigeerd met tepelpiercings.

red fig 7a

red fig 7b

Figuur 7: Pre-(boven) en postoperatieve (onder, 11 jaar na operatie) beelden van een Type I hypertrofie van de borsten die een borstverkleining onderging met behulp van de BLONDEEL techniek. De lichte asymmetrie werd gecorrigeerd door de operatie.



Verblijfsduur

De operatie duurt tussen de 1,5 en 2,5 uur en de lengte van het ziekenhuisverblijf is tussen de 24 en 48 uur. De hoeveelheid vloeistof die uit de drains komt is meestal bepalend voor deze verblijfsduur. Als deze eenmaal afgenomen is tot een acceptabele hoeveelheid, kunnen de drains verwijderd worden en kan de patiënt naar huis.


Nazorg

Indien de wonden bedekt zijn met beschermende lijm, kunnen de verbanden de volgende dag verwijderd worden om te douchen. In andere gevallen kan het noodzakelijk zijn om de wonden langer droog te houden.


Elastische tape kan vervangen worden door een ondersteunende (sport) beha bij het verlaten van het ziekenhuis. Chirurgen verschillen onderling in hun voorkeuren ten aanzien van ondersteuning van de borst en elk van hen zal u hierover advies verschaffen. Meestal zal u gevraagd worden om 4 weken dag en nacht een beha te dragen. Normale beha’s kunnen dan na 3 maanden weer worden gedragen.


De eerste 48 uur moeten fysieke activiteiten, vooral armbewegingen, tot een minimum herleid worden, daarna wordt volledige mobiliteit aangemoedigd. Er mag echter geen zwaar werk of sport uitgevoerd worden gedurende 3 weken na de operatie. Het is ook niet aangeraden om op de buik te slapen tijdens de eerste 4 weken. Afhankelijk van uw type werk moeten 2-3 weken vrijaf genomen worden om volledig te herstellen.


Mogelijke complicaties

Vroeg:

Lokaal

  • Bloeding 

  • Infectie 

  • Wondhelingsproblemen 

  • Huidirritatie 

  • Tepel/tepelhof necrose 

  • Dehiscentie van de wonde

Algemeen

  • Diepe veneuze trombose 

  • Longembolie 

  • Longontsteking


Laat:

  • Gevoelloosheid van tepel of huid 

  • Pijnlijke steken 

  • Andere gevoelsstoornissen 

  • Littekenhypertrofie (verdikking) 

  • Asymmetrie 

  • Ontevredenheid over het uiteindelijke volume 

  • Latere veranderingen in de vorm onder invloed van de zwaartekracht en de veroudering



Financiële overwegingen

Hoewel hypertrofie van de borsten niet per se een ziekte op zich is, veroorzaakt het vaak onaangename symptomen en invaliditeit voor de betrokkene. Als zodanig zullen sommige zorgstelsels waaronder die in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk de procedure financieren, gelet in elke casus op zijn eigen gegrondheid. In sommige gevallen echter zullen alle of een deel van de kosten voldaan moeten worden door de patiënt. Het beleid verschilt tussen verzekeraars en u dient eerst contact op te nemen met uw provider. Zorg ervoor dat u alles duidelijk schriftelijk hebt gedocumenteerd door zowel uw chirurg als verzekeraar.



Een patiëntenervaring

Ik besloot om een borstverkleining te ondergaan, niet enkel vanwege de pijn in mijn schouders en de ontsteking onder mijn borsten, maar ook om hun uiterlijk te verbeteren. Mijn borsten groeiden snel vanaf jonge leeftijd en ik eindigde met een F cup en ingetrokken tepels.


Ik had mijn borsten verborgen gehouden sinds mijn puberteit. Niemand anders wist hoe gefrustreerd, beschaamd en onzeker ik me voelde over mijn borsten. Ze leken te definiëren wie ik was, hoe ik emotioneel, sociaal en in relaties functioneerde. Dankzij het internet vond ik een oplossing. Mijn eerste ontmoeting met een plastisch chirurg was het moeilijkste. Ik was zo zenuwachtig dat ik moeite had om de tranen in bedwang te houden. Uiteindelijk herwon ik de controle en was ik in staat om een informatief gesprek over de operatie te hebben.


In eerste instantie wilde ik niet dat iemand wist wat ik aan het doen was, maar daarna werd het vrijwel noodzakelijk en iedereen was erg begripvol. Ik besloot met mijn chirurg om te streven naar een C cup. Voor de operatie werden voorzichtig markeringen gemaakt op mijn borsten. Ik was zenuwachtig over de narcose, maar al snel dreef ik af en werd wakker met een eerste glimp van mijn borsten.


Aanvankelijk was ik bang, ze zagen er vormloos en gekneusd uit. De pijn was draaglijk, wat een grote opluchting was! Het was letterlijk een gewicht dat van mijn schouders viel.


Tijdens mijn post-operatieve bezoeken stelde mijn chirurg me gerust dat alles goed was gegaan. In de komende 6 maanden kregen mijn borsten vorm en ik ben erg trots op ze. Mijn littekens zijn mooi genezen. Het enige overgebleven probleem was mijn ingetrokken tepels. De chirurg vertelde me dat tepelpiercings dit zouden verhelpen en dat het slechts een kleine ingreep onder plaatselijke verdoving zou bedragen.


Ik kan en wil het feit niet verbergen dat ik plastische chirurgie heb gehad. Mijn borsten zijn gecorrigeerd en ik ben zo blij met het resultaat. Ik voel me zekerder. Indien ik eerder had geweten wat ik nu weet, dan zou ik sneller hebben gehandeld. Ik heb nooit spijt gehad van de operatie.


Lees meer...

Reduction Mammaplasty Evidence Based Guideline

D. Borstlift

Beschrijving van het probleem

Een borstlift (mastopexie) corrigeert een borst die ptotisch of afhangend is. Er zijn drie hoofdtypes dewelke elk de beste chirurgische benadering bepalen


Type 1:

Het borstweefsel en de tepel bewegen beiden naar beneden toe. De afstand van de tepel tot het sleutelbeen neemt toe.


Type 2:

De tepel blijft in positive terwijl het borstweefsel eronder naar beneden glijdt. Hier neemt de afstand tussen de tepel en de plooi onder de borst toe.


Type 3:

Dit is een combinatie van de bovenstaande types.

lift fig1

Figuur 1: De drie types van een afzakkende borst



Doelstellingen van Chirurgie

Een borstlift beoogt het naar boven verplaatsen van de huid en het borstweefsel waarbij de tepel tot een juiste positie wordt hersteld daar waar nodig is.



Chirurgische techniek

Bij het liften van de huid van de onderste helft van de borst dienen zowel horizontale als verticale littekens gemaakt te worden. De mate van hangen of doorzakken zal de vereiste lengte van de littekens aangeven. Hoe meer overtollige huid er is, hoe langer de littekens zullen zijn. De tepel en het tepelhof kunnen ook worden geherpositioneerd. Vóór de operatie zal de chirurg de borst markeren om precies te plannen hoeveel huid dient verwijderd te worden en of de tepel moet verplaatst worden.


Tijdens de operatie helpen deze markeringen om de exacte hoeveelheid overtollige huid te verwijderen en de klier wordt vervolgens gemodelleerd. Indien nodig wordt de tepel naar boven verplaatst, maar slechts zelden hoeft deze te worden losgemaakt van al het onderliggend weefsel, zodat het gevoel en de bloedtoevoer veilig bewaard blijven. Zodra alles goed is gepositioneerd wordt de huid terug geplaatst en gehecht. Het chirurgische resultaat wordt gecontroleerd met behulp van een speciale kantelbare chirurgische tafel en de nodige verbeteringen worden uitgevoerd.


Afhankelijk van de aard van het afhangen van de borst zijn er verschillende types van operaties beschikbaar:



Peri-areolaire mastopexie

Dit laat enkel een litteken rond de tepel en het tepelhof na. Het heeft baat van de minimale littekens. Het belangrijkste nadeel van deze techniek is de afvlakking van de borst en het tepel-tepelhof complex en het uitrekken van het tepelhof na verloop van tijd in een brede, platte schijf. Het is enkel geschikt voor jonge patiënten met een elastische huid en met een zeer milde afhanging van de borst.

lift fig2

Figuur 2: Een peri-areolaire mastopexie


Verticale litteken mastopexie

Hier loopt het litteken rond de tepel en verticaal naar beneden over een variabele afstand tot de plooi onder de borst. Deze techniek is goed geschikt voor type I problemen, maar minder handig in andere situaties.

lift fig3

Figuur 3: Bij een verticale litteken mastopexie wordt overtollige huid enkel in horizontale richting verwijderd.



Mastopexie met een 'ankervormig’ litteken

Dit voegt een horizontaal litteken in de plooi onder de borst toe, naar de verticale en periareloaire littekens, waardoor een ankervorm wordt gecreëerd.


Dit biedt de grootste flexibiliteit in het verminderen van overtollige huid en is goed geschikt voor type II, type III misvormingen en ernstigere gevallen. Hoewel de littekens uitgebreider zijn, is dit noodzakelijk voor sommige patiënten om een optimale verbetering in borstvorm te bereiken. Alle littekens worden goed verborgen door een beha of bikini.

lift fig4

Figuur 4: Mastopexie met een ankervormig litteken: De overtollige huid wordt zowel horizontaal als vertical verwijderd.


Wat te verwachten na de operatie

Na de operatie zullen droge verbanden op de littekens geplaatst worden. Indien huidlijm gebruikt werd om de wonden te dichten, kan het verband de volgende dag verwijderd worden om douchen toe te laten. Indien niet kan het nodig zijn om de wonden langer droog te houden. Afhankelijk van de omvang van de operatie, kan je een drain door de huid nodig hebben, maar deze kan meestal binnen de 24 uur verwijderd worden. Er zullen een aantal ondersteunende banden of er zal tape op de borsten aanwezig zijn, dewelke door een chirurgische of sportbeha vervangen kunnen worden.


Normale zaken die na een operatie kunnen gebeuren zijn:

  • Blauwe plekken, vooral rond de littekens

  • Een tijdelijk gevoelsverlies 

  • Zwelling, die toeneemt in de eerste paar dagen en daarna geleidelijk aan afneemt 

  • Milde pijn wordt ervaren, waarvoor analgesie wordt voorgeschreven



Voorbeelden
lift fig5a_1

lift fig5b_1

Figuur 5: casus 1: Pre (boven) en postoperatieve (onder) foto’s van een borstlift voor type III afhangende borsten.

lift fig6a

lift fig6b

Figuur 6: casus 2: Pre(boven) en postoperatieve (onder) foto’s van een borstlift voor type III afhangende borsten.

Verblijfsduur

Zelfs vrij uitgebreide borstlifting kan uitgevoerd worden tijdens een dagopname. Dit betekent dat u kunt aankomen in de ochtend en later kunt vertrekken in de namiddag. Zelden is het nodig om een nacht te blijven.


Nazorg

Zoals hierboven aangehaald kunt u, indien de huid werd gelijmd, de volgende dag reeds douchen. Elastische tapes en banden kunnen vervangen worden door een ondersteunende sportbeha of chirurgische beha. Dit moet dag en nacht gedragen worden gedurende 3 weken. Na deze periode zal u aangeraden worden hoe lang u deze ondersteunende maatregelen tijdens de dag dient te dragen, vooraleer te veranderen naar een normale beha. Meestal bedraagt dit ongeveer 3 maanden.


U moet tussen de 2 en 10 dagen vrijaf nemen, afhankelijk van uw baan. U moet uitgesproken activiteit en het slapen op de buik vermijden gedurende 3 weken. De wonden moeten volledig genezen zijn na 2-3 weken, maar dit zal de snelheid van uw terugkeer naar normale activiteiten bepalen.


Mogelijke Complicaties

Vroeg:

Lokaal

  • Bloeding 

  • Infectie 

  • Wondgenezingsproblemen 

  • Huidirritatie

Algemeen

  • Diepe veneuze trombose 

  • Longembool 

  • Longinfectie


Laat:

  • Gevoelsverlies (zelden) 

  • Blijvende pijn 

  • Abnormale sensatie 

  • Litteken hypertrofie (verdikking) 

  • Asymmetrie 

  • Wijzigingen in de borstvorm met het verouderen



Financiële Overwegingen

Ptosis of het afhangen van de borst is geen medische aandoening en veroorzaakt geen functionele beperking. Daarom zullen gezondheidsdiensten en verzekeraars deze procedure niet routinematig financieren. De hele operatie, inclusief het verblijf in het ziekenhuis, de medische uitgaven en de kosten moeten gedekt worden door de patiënt. Sinds vergoedingen variëren tussen chirurgen en klinieken, is het belangrijk om een duidelijke schriftelijke overeenkomst te hebben.

II. Aangeboren misvormingen van de borst

Ontwikkelingsgerelateerde borstmisvormingen

De meest voorkomende ontwikkelingsgerelateerde borstmisvormingen zijn:

A. Tubereuze borstmisvorming

Beschrijving van het probleem

Een tubulaire of tubereuze borst is een complexer probleem dat vele variaties kent. Het onderste gedeelte van de borst (een of beide onderste kwadranten van de borst) wordt niet volledig gevormd en lijkt ingesnoerd door strakke overliggende huid. De plooi onder de borst kan naar boven geschoven worden en het resterende weefsel kantelt naar beneden. De tepel en het tepelhof kunnen ook uitgerokken zijn. Indien de dermis van het tepelhof dun is, kan de borstklier door het tepelhof uitpuilen en een prolaps van het tepel-tepelhofcomplex creëren.


In de mildste vorm kan de borst gewoonweg licht afgevlakt zijn in haar onderste helft. Vele vormen bestaan, maar het is nuttig om een onderscheid te maken tussen diegene met een normaal volume (normovolemisch type) en diegene met kleine borsten (hypoplastisch type) waarbij de klier ook onderontwikkeld is.


De chirurgische opties zijn afhankelijk van hoe de vorm en de grootte gewijzigd moeten worden.

tubular1

Normovolemisch type

tubular2

Hypoplastisch type

tubulara

tubularb

Figuur 1: Twee verschillende gradaties van tubulaire borsten bij eenzelfde patiënt. De rechter borst toont een matige vorm met voornamelijk een afwijking van het tepelhof. De linkerborst is meer hypoplastisch met een zeer beperkte ontwikkeling van de onderste kwadranten. De linker borst heeft een duidelijke buisachtige vorm.

Doelstellingen van de Chirurgie

De complexere vormen van de tubereuze borst moeten aangepakt worden in een of meerdere operaties. De huid van het onderste gedeelte moet losgemaakt en uitgerokken worden. Het tepelhof kan een reductie of lift nodig hebben. Soms is een eenvoudige borstlift alles wat nodig is.


Chirurgische techniek

Drie belangrijke stappen omvatten de aanpak van de tubereuze borst.

  1. Uitbreiding van de basis van de borst: dit kan bereikt worden in één enkele interventie door middel van een vast volumeimplantaat of het gebruik van een expander kan vereist zijn. Als een expander wordt gebruikt, kan de borst geleidelijk in vorm gestretched worden en vervolgens kan de expander door een permanent implantaat vervangen worden een paar maanden later. 

  2. Het vullen van de onderste helft van de borst: Na expansie of indien de patiënt al voldoende huid heeft kan het volume van de onderpool aangepakt worden. Dit kan enerzijds bereikt worden met een implantaat of anderzijds in sommige gevallen door het verplaatsen van weefsel van elders in de borst naar deze positie. Dit laat een litteken rond de tepel en een kort verticaal litteken op het onderste gedeelte van de borst na.

  3. Herpositionering van de tepel: Het kan tevens nodig zijn om tijdens dit process het tepelhof te reduceren. In de meerderheid van de patiënten kunnen alle drie de stappen bereikt worden door een incisie rond het tepelhof.

aangeboren1

aangeboren2

Figuur 2: (boven) Milde presentatie van bilaterale tubulaire borsten. (onder) Eindresultaat na expansie, permanent implantaat en lipofilling.

aangeboren3

aangeboren4

Figuur 3: (a) Ernstige bilaterale tubulaire borstvervorming. (onder) Eindresultaat na conventionele lift van de linkerborst en weefselexpansie gevolgd door lipofilling enkel in de rechter borst.

Wat te verwachten na de operatie

De verbanden variëren naargelang de aard van de operatie. Vaak zullen er drainagebuisjes aan beide zijden aanwezig zijn die na 1-2 dagen kunnen verwijderd worden. Uw herstel na de operatie is sterk afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie.


Normale symptomen na chirurgie omvatten:

  • Blauwe plekken 

  • Tijdelijk gevoelsverlies aan de tepel, het tepelhof of de omliggende huid 

  • Zwelling 

  • Pijn en ongemak 

  • Bewegingsbeperking


Verblijfsduur

Kleine correcties kunnen uitgevoerd worden in dagkliniek, terwijl grotere operaties een verblijf van 1-2 dagen benoodzaken. Een volledige correctie kan meer dan een procedure nodig hebben.


Wat te verwachten na ontslag

Als de wonden verzegeld zijn met lijm, kan het gebied de dag nadien gedoucht worden. In andere gevallen moet u wachten tot de wond geheeld is. Advies over beha gebruik zal u gegeven worden op een op maat gesneden basis, rekening houdende met de vereisten van uw operatie. Sport en zwaar werk moet vermeden worden gedurende 4 weken. Slapen op je buik moet ook vermeden worden gedurende deze periode. Het zal mogelijk zijn om wat normaal huishoudelijk werk te verrichten binnen de paar dagen


Mogelijke complicaties


Vroeg:

  • Bloeding 

  • Infectie 

  • Wondheling problemen 

  • Huidirritatie

Laat:

  • Permanent gevoelsverlies in de tepel, het tepelhof of de omliggende huid 

  • Littekenhypertrofie (verdikking) 

  • Asymmetrie 

  • Ontevredenheid over het uiteindelijke volume 

  • Late effecten van het verouderen 

  • Implantaat gerelateerde problemen (besproken in de sectie over borstvergroting)


Financiële overwegingen

Een tubereuze borst is geen medisch probleem en veroorzaakt geen functionele beperkingen per se. Afhankelijk van uw gezondheidsdienst of verzekering kan de operatie wel of niet worden terugbetaald. Het is belangrijk om uw financiële status en de kosten van de operatie met de chirurg en uw verzekeraar te verduidelijken voorafgaand aan de operatie.

B. Volume problemen

De kleine borst

Iedere vrouw ervaart op een verschillende wijze de grootte van haar borsten. Er is geen eenzijdige 'ideaal', die de veelheid van culturele en omgevingsfactoren kan omvatten en die de perceptie van een individu bepaalt. Zo is de 'normale' Asiatische borst kleiner dan die in Europa of Noord-Amerika, maar binnen elk van deze samenlevingen, zal de perceptie van het ideaal sterk verschillen naargelang het individu.

Er is geen enkel medisch probleem gerelateerd met het hebben van kleine borsten (ook wel hypoplasie genoemd). Het is meestal de vrouw zelf die meent dat haar borsten te klein zijn. Chirurgische behandeling is puur bedoeld ter verbetering van het uitzicht van de borst in de ogen van de patiënt.



De grote borst

Om dezelfde redenen zoals hierboven aangehaald kunnen patiënten het gevoel hebben dat hun borsten te groot zijn, verdeeld over een breed scala van werkelijke borstmaten. Borsthypertrofie kan echter ook leiden tot medische symptomen zoals huidirritatie, rugpijn enz. Een chirurgische behandeling vermindert het volume, lift de borst en vermindert en beweegt de tepel en het tepelhof tot een aangenamere esthetische positie.


De doorzakkende borst

Ook deze conditie wordt eerder bepaald door de perceptie van de patiënt zelf dan door specifieke metingen. Het is een puur cosmetisch probleem dat kan worden gedefinieerd als een patiënt die blij is met het uiterlijk en volume in een beha, maar ongelukkig is met de verschijning zonder beha.


Chirurgische behandelingen omvatten het reduceren van de huid en het volume om zo de vorm te verbeteren.


De tubulaire borst

Een tubulaire of tubereuze borst is een complexer probleem dat vele variaties kent. Het onderste deel van de borst wordt niet volledig gevormd en lijkt ingesnoerd door strakke overliggende huid. De plooi onder de borst kan naar boven geschoven worden en het resterende weefsel kantelt naar beneden. De tepel en het tepelhof kunnen ook uitgerokken zijn. In de mildste vorm kan de borst gewoonweg licht afgevlakt zijn in haar onderste helft. Vele vormen bestaan, maar het is nuttig om een onderscheid te maken tussen diegene met een normaal volume en diegene met kleine borsten waarbij de klier ook onderontwikkeld is.

C. Borstasymmetrie

Ongelijkheid tussen twee borsten kan te wijten zijn aan een aantal oorzaken. Het verschil kan volume, vorm of beide betreffen. Het kan heel mild of eerder uitgesproken zijn. Het kan ontstaan door ontwikkelingsstoornissen ter hoogte van een of beide borsten of ten gevolge van de invloed van de leeftijd op een of beide borsten. Het is belangrijk te beseffen dat geen enkele vrouw volledig symmetrische borsten heeft en dat dit perfect normaal is. De individuele perceptie bepaalt het moment waarop asymmetrie een probleem wordt. De duidelijkste voorbeelden maken onderdeel uit van erkende ontwikkelingsstoornissen zoals tubulaire borsten, Poland syndroom of borst agenesie.


Chirurgische benaderingen maken gebruik van alle technieken zoals beschreven op deze website, keuze makende van diegenen die de patiënt hun gewenste resultaat zal geven. Het is een uiterst gepersonaliseerde behandeling die moet volgen op duidelijke en openhartige gesprekken tussen de patiënt en haar chirurg. De chirurgie moet ondernomen worden met een realistische verwachting van wat bereikt kan worden. Patiënten moeten ook bewust zijn van het feit dat twee of meerdere operaties nodig kunnen zijn.

assym

Afbeelding: Milde tot matige asymmetrie: de rechter borst lijkt normaal, maar de linkerborst is iets te groot en meer ptotisch.

D. Tepelproblemen

Bi/Trilobaire tepel

In deze conditie bestaat de tepel uit twee of drie delen in plaats van slechts een. Onder lokale verdoving kunnen de twee of drie delen vrijgemaakt worden en samengebracht worden tot een. Er is wat littekenvorming en de resulterende tepel kan vrij ruw aanvoelen tot dit opklaart. Postoperatief wordt de tepel beschermd tegen druk gedurende 3-4 weken.

probleem1

Fig. 1

probleem2

Fig. 2

probleem3

Fig. 3

Fig1: Een trilobaire tepel vóór correctie.
Fig.2: Een trilobaire tepel vóór correctie.
Fig. 3: Een bilobaire tepel na correctie.

Kleine of ingetrokken tepels

Een ingetrokken tepel is een tepel die plat of onder het oppervlak van de huid ligt. Het wordt veroorzaakt door spanning in de kanalen of het omringende bindweefsel. In sommige gevallen veroorzaakt het stijf worden van de tepel nog steeds het uitpuilen van de tepel, in meer ernstige gevallen echter niet. Deze conditie zou normaal gebeuren tijdens de puberteit. Indien de tepel van normaal naar ingetrokken evolueert is het essentieel om aan te tonen dat dit niet wordt veroorzaakt door een borstkanker. Een mammografie kan voorafgaand aan de operatie worden aangevraagd.


De behandeling beslaat twee componenten. De eerste brengt de tepel terug naar zijn normale positie. Een kleine incisie tussen de tepel en het tepelhof geeft toegang tot de kanalen die losser kunnen gemaakt worden. Als dit niet genoeg is, kunnen sommige kanalen worden doorgesneden. De tweede fase is bedoeld om de tepel uitwendig te houden terwijl het littekenweefsel zich vormt. Het Niplette suction systeem kan hierbij nuttig zijn. Een tepelpiercing kan in sommige kringen maatschappelijk onaanvaardbaar zijn, maar kan zeer nuttig zijn in het uitwendig houden van de tepel. Het kan dan na een jaar worden verwijderd.


Na de operatie moet de tepel beschermd worden tegen druk gedurende 3-4 weken. Littekenvorming is minimaal.

probleem4

Fig. A

probleem5

Fig. B

probleem6

Fig. C

probleem7

Fig. D

Figuur: Een ingetrokken tepel (A,B) kan uitwendig gebracht worden en op zijn plaats gehouden worden door een tepelpiercing (C,D).

Groot tepelhof

Dit is een puur cosmetisch probleem en meningen lopen sterk uiteen over wat de ideale maat is. Er zijn verschillen tussen rassen en de enige leidraad is wat er goed uitziet voor het individu. Gemiddeld, voor een Caucasische vrouw, moet een tepelhof tussen de 3,5 en 5,5 cm liggen.


De behandeling kan worden uitgevoerd onder locale verdoving. Een donut van overtollig tepelhof wordt verwijderd. Het resulterende litteken is zeer subtiel aangezien het verborgen is langs de rand van het tepelhof. De genezing duurt ongeveer 2 weken.

probleem8

Hypertrofische tepel

Overontwikkelde Montgomery Tuberkels

In deze toestand kunnen de gepigmenteerde talgklieren rond de tepel donker of prominent worden. Ze kunnen operatief verwijderd worden, maar het is beter om niet te agressief te zijn in hun behandeling.

probleem9

Montgomery tuberkels (pijl)

E. Gynaecomastie

Beschrijving van het probleem

Gynaecomastie is een aandoening die optreedt bij mannen, waarbij zich overtollig borstweefsel vormt achter de tepel. Het volume kan zodanig toenemen dat het lijkt op een vrouwelijke borst en het kan optreden aan een of beide zijden. Dit probleem is hoofdzakelijk cosmetisch, maar kan psychologisch erg storend zijn voor de patiënt. Er is echter geen toename in het risico op de ontwikkeling van kanker enkel omdat het borstweefsel groter is.


De aandoening is vaak voorkomend, en kan tot een derde van de mannelijke bevolking in enige mate treffen. De oorzaak is in de meeste gevallen niet bekend. Het komt voor door de gevoeligheid van het borstweefsel voor de hormonen die tijdens de puberteit circuleren. Een onbalans tussen mannelijke en vrouwelijke hormonen treedt tijdens de puberteit op en tevens wanneer de testosteronlevels afnemen in het latere leven. Specifieke oorzaken van gynaecomastie betreffen aangeboren afwijkingen, hormoon afscheidende tumoren en sommige medicijnen.


Er is een belangrijk onderscheid in gynaecomastie tussen 'echte' waar de borstklier zelf de vergroting heeft veroorzaakt, en pseudo-gynaecomastie waarbij er sprake is van een algemene toename van vetweefsel in het gebied hetgeen leidt tot het aspect van een borst. Deze twee vormen komen vaak gecombineerd voor.


De ziekte kan zich presenteren als een lichte welving in de tepelregio, of doorgaan tot de ontwikkeling van een volledig gevormde borst. De aandoening kan vaak spontaan verdwijnen, vooral wanneer de onderliggende oorzaak kan behandeld worden. Indien het beeld echter blijft, kan een plastisch chirurg helpen om het overtollige weefsel te verwijderen.


man1

Vooraanzijde

man2

Linkerzijde

man3

Rechterzijde

Doel van de procedure

Als alle onderliggende oorzaken uitgesloten of behandeld zijn en de ziekte langer dan een jaar persisteert, is het passend om over te gaan tot een chirurgische ingreep. Het doel van de operatie is om het klierweefsel en overtollig vet te verwijderen en slechts een klein litteken onder de tepel achter te laten.


Chirurgische techniek

Vet en een deel van het klierweefsel kan worden verwijderd door liposuctie, maar als nog residueel klierweefsel verwijderd moet worden, wordt dit gedaan via een klein litteken langs de onderrand van de tepel. Nadat de klier is verwijderd, kan de overtollige huid vaak zo gelaten worden om op zichzelf te contraheren, wat op het eerste zicht gerimpeld kan voorkomen. Soms dient de overtollige huid ook verwijderd te worden. Het weefsel wordt dan naar de patholoog gestuurd om te controleren op enige abnormaliteiten.

chirurg1

chirurg2

Afbeelding: (boven) Gemengd type gynaecomastie. (hieronder) Gedeeltelijke klierresectie gecombineerd met liposuctie geeft goede resultaten.

Wat te verwachten na de operatie

Soms moet een drainage buisje onder de huid achtergelaten worden. Dit blijft meestal ter plaatste voor 1-3 dagen. Een stevig elastisch verband wordt gebruikt om het gebied na de operatie samen te drukken. Sommige normale voorvallen na de operatie omvatten:

  • Blauwe plekken: vooral na een uitgebreide operatie 

  • Tijdelijk verlies van gevoel (borst en tepel) 

  • Zwelling 

  • Milde pijn en ongemak: het drukverband verergert dit vaak, maar het vormt een essentieel onderdeel van de postoperatieve zorg. 

  • Beperkte beweging: deels veroorzaakt door het verband en deels door het ongemak


Verblijfsduur

Milde vormen kunnen worden behandeld als daggevallen, anderen kunnen moeten blijven voor 1-3 dagen.


Wat kunt u verwachten na de operatie?

Het elastisch verband moet ter plaatste blijven voor ongeveer 10 dagen. Als de wond is verzegeld met lijm, kan het gebied worden gedoucht na 3 dagen en het elastisch verband vervangen worden. U wordt geadviseerd om krachtige armbewegingen gedurende de eerste 3 weken te beperken. Hard werk en sport zijn niet aan te raden gedurende de eerste 4 weken. Hoe lang u zich ongemakkelijk voelt achteraf hangt af van de omvang van de ziekte en de operatie.


Mogelijke complicaties

Lokaal:

  • Bloeding 

  • Infectie 

  • Wondgenezingsproblemen 

  • Huidirritatie

  • Late complicaties 

  • Permanente gevoelsveranderingen 

  • Asymmetrie 

  • Tepel afvlakking

III. Revisie-operaties

A. Inleiding

De populariteit van borstchirurgie is sterk toegenomen in de afgelopen 20 jaar. Wanneer het aantal vrouwen dat een ingreep ondergaat toeneemt, neemt ook het aantal vrouwen dat eindigt met een suboptimaal resultaat toe. Op deze manier is een subspecialisatie ontstaan binnen de Plastische Chirurgie, namelijk deze die gericht is op de patiënten die ontevreden zijn met de resultaten van hun vorige borstoperatie.


Vaak werden de basistechnieken van borstchirurgie niet toegepast. De plastisch chirurg moet dus beschikken over een ruime ervaring om op een adequate manier de gecreëerde problemen op te lossen. Hij of zij heeft mogelijks nood aan het volledige scala van reconstructieve mogelijkheden om een optimale patiëntenzorg te verlenen en de best mogelijke resultaten te bereiken.


Revisie-borstchirurgie vormt een belangrijke uitdaging voor de plastische chirurg: grote hoeveelheden littekenweefsel kunnen ontstaan zijn en de anatomie kan vervormd zijn. De aanwezigheid van littekenweefsel veroorzaakt een belangrijke wijziging van de weke consistentie. Hoewel een tweede operatie kan leiden tot een beter resultaat, zal het dus vaak niet mogelijk zijn om een volledig natuurlijk uitziende borst te creëren. Het is zeer belangrijk dat u de chirurgische methode bespreekt met uw arts en dat u begrijpt wat kan worden bereikt met een bijkomende ingreep.


In dit hoofdstuk zullen we voornamelijk het beleid van late complicaties na borstchirurgie bespreken. Dit hoofdstuk is ingedeeld volgens de oorspronkelijk uitgevoerde ingreep: borstvergroting, borstverkleining, borstlift of borstreconstructie.



B. Revisies na een borstreconstructie

Na reconstructie met enkel een implantaat

Dezelfde complicaties die in het hoofdstuk over borstvergroting werden besproken kunnen ook voorkomen bij patiënten die een implantaat of expander gebaseerde borstreconstructie ondergaan. De belangrijkste complicaties zijn kapselvorming en kapselcontractie.


Het belangrijkste verschil tussen patiënten die een borstvergroting krijgen en zij die een borstreconstructie na borstamputatie ondergaan is dat de huidenvelop vaak dun en minder goed doorbloed is in de laatste groep. Patiënten die radiotherapie nodig hebben na een reconstructie met enkel een implantaat ontwikkelen dikwijls snel ernstige kapselcontractie. Hoewel kapselcontractie, verplaatsing en scheuren van het implantaat gewoonlijk gecorrigeerd kunnen worden door het implantaat te vervangen of door het gebruik van expanders, is het algemeen aangeraden om zowel het implantaat als het littekenweefsel te verwijderen en een reconstructie met eigen weefsel uit te voeren.


Complicaties na reconstructie met enkel een implantaat kunnen zich op verschillende manieren presenteren en daarom is het moeilijk om de beste chirurgische oplossing te beschrijven voor elke individuele patiënt. Je moet contact opnemen met je plastisch chirurg en de mogelijke opties bespreken. Een combinatie van de technieken beschreven in het hoofdstuk over borstreconstructie kan worden toegepast om een goed esthetisch resultaat te bekomen.

revisieA

fig. A

revisieB

fig. B

revisieC

Fig. C

revisieD

Fig. D

Figuur 1: 1A: Resultaat na herhaalde pogingen van borstreconstructie met behulp van implantaten. De patiënt kreeg radiotherapie rechts voor het implantaat werd verwijderd. Aan de linkerkant werd het implantaat hevig vervormd door ernstige kapselcontractie. 1B, 1C, 1D: Resultaat na verwijdering van zowel de implantaten als het littekenweefsel en bilaterale vrije DIEAP flap borstreconstructie, waaronder ook tepelreconstructie en tatoeëring van het tepelhof.

Na autologe (eigen weefsel) borstreconstructie

De vroege en late complicaties na een autologe borstreconstructie werden in het hoofdstuk over borstreconstructie besproken. Het neemt meestal twee tot drie operaties om het eindresultaat te bereiken en daarom kunnen de meeste kleine problemen adequaat behandeld worden tijdens deze latere procedures. Zodra de tatoeëring is afgerond, zijn verdere revisies zelden nodig.


Het belangrijkste voordeel van het gebruik van het eigen weefsel voor reconstructie is dat het een natuurlijk aspect heeft en levenslang meegaat. Evenwel kunnen late complicaties optreden, maar dit is ongebruikelijk. Tattoos vervagen echter en het kan op een bepaald moment nodig zijn om de tattoeëring van het tepelhof te herhalen.


Hoewel de buikspier niet wordt verwijderd, of slechts een klein deel wordt opgeofferd, kan een verzwakking van de buikwandspieren optreden daar waar de flap werd vrijgedisseceerd. Dit is echter uiterst zeldzaam. Het resulteert meestal uit het rekken van de bindweefsellaag van de buik of door het loskomen van de hechtingen. Als het probleem ernstig is of als het functionele stoornissen veroorzaakt, moet uw plastisch chirurg de bindweefsellaag van de buik versterken en kan de toegang hiervoor via uw bestaande litteken verkregen worden.


Borstreconstructies zijn ook onderhevig aan veroudering, net als elke normale borst. Chirurgische procedures om de borstvorm te verbeteren kunnen ook uitgevoerd worden op gereconstrueerde borsten. Daarnaast zullen gewichtsveranderingen schommelingen veroorzaken in de borstgrootte. Als daarentegen voor een reconstructie met enkel een implantaat werd gekozen, zal het borstvolume niet veranderen. Als zich gewichtsschommelingen voordoen, kan dit leiden tot progressieve asymmetrie tussen de twee borsten. De asymmetrie is minder uitgesproken bij patiënten die reconstructies met eigen weefsel hebben ondergaan. Men moet altijd onthouden dat het gebruikte weefsel gewoonlijk afkomstig is van de buik of de bil en daarom gevoeliger is voor hormonale veranderingen dan een normale borst. In gevallen waar de asymmetrie zeer uitgesproken is, kan een operatie worden uitgevoerd aan ofwel de gereconstrueerde ofwel de normale zijde.


Het kleine percentage aan patiënten waarbij een vorige reconstructie met enkel implantaten of een autologe reconstructie is mislukt, kan ervoor kiezen om een secundaire reconstructie te ondergaan. Dit kan worden uitgevoerd met behulp van een nieuw implantaat, een gesteelde flap van de rug of een nieuwe vrije flap van de billen of de buik. Alvorens over te gaan tot een tweede procedure is het echter zeer belangrijk om te proberen begrijpen waarom de eerste procedure is mislukt. Patiënten die bijvoorbeeld lijden aan een stollingsstoornis, waarbij deze aandoening aan de basis ligt van het falen van de flap, worden uitgesloten voor verdere microchirurgie. In de meeste gevallen echter kan een tweede vrije weefsel transfer uitgevoerd worden met geen vergroot risico op complicaties zoals voor de eerste procedure.


Ten slotte moet men onthouden dat borstkanker kan terugkeren en dat een nieuwe tumor zich kan vormen in de gereconstrueerde borst. Hoewel tijdens een mastectomie het meeste borstklierweefsel wordt verwijderd, is het onmogelijk om alle cellen volledig te verwijderen. Alle resterende cellen kunnen een tumor veroorzaken, hetgeen extra chirurgie vereist. Elke patiënt moet daarom individueel worden beoordeeld om te bepalen hoeveel weefsel moet worden verwijderd en welk type reconstructie uitgevoerd dient te worden. Dit hoort een gecombineerde beslissing te zijn na overleg met uw plastisch chirurg en oncoloog.


Na borstsparende chirurgie


Patiënten die conservatieve chirurgie en radiotherapie gevolgd door een borstreconstructie ondergaan lopen het risico op late complicaties. Het belangrijkste is dat een zorgvuldige controle op recidief en op de ontwikkeling van nieuwe tumoren in het overblijvende klierweefsel regelmatig wordt uitgevoerd. Bovendien is er een risico door de potentiële gevolgen van de radiotherapie. Zoals in het geval na een volledige mastectomie, kan een recidief of nieuwe borstkanker zich ontwikkelen na conservatieve chirurgie. Indien het niet mogelijk is om een lokale resectie uit te voeren, dient de gehele borst inclusief de gedeeltelijke reconstructive verwijderd te worden. In dat geval zal men de conventionele technieken van borstreconstructie toepassen zoals reeds eerder beschreven.


Een specifiek probleem dat meestal optreedt na conservatieve chirurgie en radiotherapie is fibrose en littekenvorming van het resterende klierweefsel. Stralingsletsels kunnen 15 tot 20 jaar later verschijnen. De meeste veranderingen treden echter tijdens de eerste twee jaren op. Misvorming van de borst kan leiden tot een significante verandering in de vorm en het volume van de borst, hetgeen verdere chirurgie benoodzaakt. Een beslissing moet genomen worden betreffende welke borst aangepast dient te worden. Zoals voorgaands reeds beschreven, kunnen alle technieken gebruikt bij borstverkleining, borstvergroting en borstlift toegepast worden. Het is belangrijk om zo weinig mogelijk te doen aan de bestraalde gebieden, aangezien de wondgenezing hier vaak een probleem neigt te zijn.


Als de littekenvorming en fibrose ernstig zijn kan het noodzakelijk zijn om de gehele borst te verwijderen en te reconstrueren gebruik makende van een van de eerder beschreven technieken.



Na tepelreconstructie

Een tepelreconstructie kan afvlakken ten gevolge van veranderingen in het volume of secundair aan het verouderingsproces. Typisch verliest de tepel aan projectie na enkele jaren. Een korte en eenvoudige ingreep kan de gereconstrueerde tepel vergroten. Aanvullende tatoeëring van zowel de tepel als het tepelhof is dan ook vereist. Tatoeages hebben hoe dan ook de neiging te vervagen en moeten vaak meerdere jaren later herhaald worden.


Een slechte positionering van de tepel en het tepelhof is meestal een gevolg van slechte preoperatieve planning. Soms kan de positie van de tepel veranderen door littekenvorming of door de bijwerkingen van radiotherapie. Als het tepelhof te ver verplaatst is van zijn natuurlijke positie en niet eenvoudig kan worden geherpositioneerd, kan de tepelreconstructie opgegeven worden en herstart worden op de juiste locatie.

C. Revisies na een borstvergroting

Inleiding

Vroege complicaties na een borstoperatie zijn beschreven in het hoofdstuk over borstvergroting. Hoewel deze eenvoudig kunnen behandeld worden, kunnen complicaties zoals infectie of secundaire bloeding het lange termijn risico op kapselcontractie aanzienlijk verhogen. De behandeling van kapselcontractie en andere late complicaties worden besproken.


Kapsel en kapselcontractie

Een kapsel wordt altijd gevormd rond een implantaat, ongeacht of het implantaat is gebruikt voor een borstvergroting of een borstreconstructie. Aanvankelijk is het kapsel dun en flexibel. Na verloop van tijd kan het kapsel echter dikker worden en uiteindelijk contraheren. De redenen hiervoor blijven onduidelijk, maar het fenomeen wordt kapselcontractie genoemd.

Contractie van het kapsel rond een implantaat kan ervoor zorgen dat het implantaat vervormd wordt en kan leiden tot chronische pijn en een bedrukkend gevoel op de borst. Kapselcontractie kan reeds enkele maanden na de plaatsing van een implantaat optreden, maar het kan eveneens later gebeuren, zelfs na 20 of 30 jaar.

Zodra kapselcontractie ongemakkelijk wordt voor de patiënt, kan deze een revisie in overweging nemen. In de meeste gevallen wordt dan ofwel een kapsulotomie ofwel een kapsulectomie uitgevoerd.

Bij een kapsulotomie wordt het implantaat verwijderd via het bestaande litteken en worden incisies gemaakt in het kapsel in verschillende richtingen, waardoor het omliggende weefsel opnieuw kan uitbreiden. Het borstimplantaat kan dan worden teruggeplaatst.

Bij een kapsulectomie wordt het volledige kapsel rond het implantaat en het implantaat zelf door een insnede in de borstplooi verwijderd. Opnieuw kan het borstimplantaat worden teruggeplaatst of vervangen worden door een nieuw.

Implantaten kunnen moeten verwijderd worden indien ernstige kapselvorming terugkeert bij eenzelfde patiënt of als de patiënt voor deze optie kiest. In deze gevallen kan het noodzakelijk zijn een borstlift (mastopexie) uit te voeren aangezien de bovenliggende huid en het borstweefsel gedurende een lange periode uitgerokken werden. Anders zal de borst haar steun kwijt zijn en zal het zachte weefsel afzakken.

Afhankelijk van de wensen van de patiënt, is het ook mogelijk om een nieuwe borst te creëren met reconstructietechnieken en eigen weefsel.

capsulair1

Fig. 1a

capsulair2

Fig. 1b

capsulair3

Fig. 1c

capsulair4

Fig. 1d

capsulair5

Fig. 1e

capsulair6

Fig. 1f

Figuur 1: (1a) unilaterale kapselcontractie met verplaatsing en misvorming van de linker borst. (1b, 1c, 1d) Postoperatieve beelden na kapsulectomie en uitwisseling van het implantaat. (1e, 1f) Het kapsel comprimeert het implantaat en veroorzaakt rimpels. Na het losmaken van het dikke kapsel wordt de vorm van het implantaat hersteld.

Beweging en rotatie van het implantaat

Rotatie van een implantaat komt het vaakst voor in de eerste postoperatieve week. Dit probleem treft enkel anatomische implantaten. Het is belangrijk verbanden aan te brengen op het bovenste gedeelte van de borst na de operatie, zodat het implantaat integreert en gefixeerd wordt in een ideale positie. Echter, indien het implantaat geïntegreerd wordt, kan het nog steeds verplaatsen of roteren binnen zijn pocket voor maanden of zelfs jaren na chirurgie.

Als zich rotatie van het implantaat voordoet, zullen de borsten snel een onnatuurlijke vorm aannemen, met een bovenste pool die meer projectie krijgt dan de onderste pool. Contractie van de pectoralis major spier kan een oorzaak zijn van een bewegend implantaat. In de vroege postoperatieve periode zal het hoofdzakelijk omhoog bewegen, terwijl later in de postoperatieve periode het meer neerwaarts en naar buiten neigt te bewegen. Dit kan leiden tot significante asymmetrische borsten.

Verplaatsing of rotatie van het borstimplantaat kan enkel operatief worden opgelost. Na verwijdering van het implantaat, moet de pocket overeenkomstig gecorrigeerd worden. In sommige gevallen is het noodzakelijk om een deel van het kapsel te verwijderen of te sluiten. De oplossing is vaak om het implantaat van voor naar achter de grote borstspier te brengen, of vice versa. Indien een implantaat door chirurgische onderbreking van de inframammaire plooi naar beneden is gemigreerd, moet de plooi gehercreëerd worden en vervolgens kan het implantaat gewisseld worden.


Gescheurde implantaten

Deze complicatie komt vaker voor bij vrouwen met saline gevulde implantaten dan met gel gevulde implantaten. Een laattijdige breuk treedt meestal op ten gevolge van zwakte van de buitenlaag van het implantaat. Kleine plooien kunnen zich vormen op het implantaat wanneer het wordt ingebracht. De hoeken van de plooien veroorzaken continue wrijving als gevolg van dagdagelijkse bewegingen. Na verscheidene jaren kan het implantaat dan scheuren ontwikkelen op de plaats van deze vouwen.

Implantaten die een lange periode ter plaatse zijn gebleven kunnen spontaan scheuren. Een plots extern trauma kan tevens een implantaat beschadigen, hoewel dit eerder zeldzaam is.

Een gescheurd saline implantaat loopt leeg binnen de 24 tot 72 uur. Dit vormt geen bedreiging voor de patiënt, aangezien een saline oplossing volledig wordt verwijderd door de nieren. Het esthetische effect kan echter significant zijn en een snelle uitwisseling van het implantaat wordt aanbevolen. Als men te lang wacht, zal het kapsel blijven contracteren en zal een meer complexe procedure vereist zijn om een nieuw borstimplantaat te plaatsen.

De komst van nieuwe, cohesieve, siliconegel gevulde implantaten heeft geleid tot veel minder ernstige complicaties na implantaatscheuren. De vloeibare gel die werd gebruikt in het verleden migreerde in de omringende weefsels na het scheuren. Veel patiënten ontwikkelden hierdoor ernstige complicaties.

Met de nieuwe gelatine-achtige siliconenimplantaten blijft de gel ter plaatse, zelfs indien de buitenste laag scheurt. Als een gevolg blijft een scheur van deze nieuwe implantaten voor een lange periode asymptomatisch, en enkel problematisch wanneer zich contractie van het kapsel ontwikkelt. Een capsulotomie en uitwisseling van het implantaat lost dit probleem op.


Necrose en perforatie van de bovenliggende borsthuid

Dit is zeldzaam, maar treedt voornamelijk op bij patiënten die kiezen voor zeer grote borstimplantaten en die een dunne overliggende huid hebben. De constante druk op de onderste polen van de borsten door het effect van de zwaartekracht leiden tot een geleidelijke vernauwing van de bloedvaten. Dit zorgt ervoor dat de huid afsterft en later perforeert.

Zodra de huid wordt geperforeerd, komt het implantaat bloot te liggen en er is een hoog risico op infectie. De chirurg moet hierdoor het implantaat verwijderen, de caviteit grondig desinfecteren, het huiddefect sluiten en een veel kleiner implantaat plaatsen. In sommige gevallen kan het zelf raadzaam zijn om het implantaat niet te vervangen.


Asymmetrie

Het doel van borstchirurgie is het bereiken van symmetrie. Een patiënt moet begrijpen dat een kleine hoeveelheid asymmetrie normaal is. Vrouwen hebben van nature geen perfect symmetrische borsten. Borstasymmetrie geldt daarom ook voor vrouwen die een borstoperatie hebben gehad, en in feite kan de borstasymmetrie meer uitgesproken zijn na de operatie. Er kan een verschil zijn in vorm, volume, positie of oriëntatie van de borsten. Indien een patiënt een zekere mate van asymmetrie heeft preoperatief, zal deze asymmetrie nog steeds aanwezig zijn volgende op de borstvergroting, hoewel deze minder zichtbaar kan zijn. Patiënten die een aanzienlijk volumeverschil hebben voorafgaand aan de chirurgie kunnen twee verschillende afmetingen van implantaten ingebracht krijgen.

Uitzonderlijke verschillen in borstgrootte moeten worden gecorrigeerd met behulp van zeer specifieke technieken. Dit zal variëren van patiënt tot patiënt en wordt het best besproken met iemands eigen plastisch chirurg.


Afstand tussen de twee borsten

De positie en de afstand tussen borsten varieert sterk onder vrouwen die nog geen borstoperatie hebben ondergaan. Eveneens kunnen tepels ver uit elkaar staan en het is moeilijk om een borstvergroting uit te voeren die dit corrigeert. Het plaatsen van een implantaat voor de pectoralis major spier brengt vaak de tepels dichter bij elkaar. Als beide tepels naar buiten georiënteerd zijn, is het soms noodzakelijk zeer grote implantaten te gebruiken om een natuurlijk uitzicht van de borsten te bereiken. In sommige gevallen is het onmogelijk om de afstand tussen de borsten te corrigeren en een patiënt moet dit dan leren aanvaarden.

Lipofilling kan in staat zijn om de overgang tussen beide borsten te verzachten.

assym2

Fig. 2a

assym3

Fig. 2b

Figuur: Preoperatieve foto (a) en postoperatieve foto (b) van een borstvergroting in een patiënt met een vergrote afstand tussen de twee borsten. Deze afstand kan niet gereduceerd worden behalve indien zeer grote implantaten geplaatst worden.

Ontevredenheid over het borstvolume

Voor het ondergaan van een borstvergroting, bespreken de patiënt en de plastisch chirurg het gewenste borstvolume van de patiënt. Het borstvolume wordt geschat met behulp van een proefimplantaat, dat door de patiënt preoperatief werd gekozen. Hoewel dit routinematig wordt uitgevoerd, kan soms een patiënt het gevoel hebben dat de vergrote borsten nog te klein zijn na de operatie. Dit probleem kan alleen operatief worden opgelost. Als de patiënt grotere borsten wil, wordt het huidige implantaat verwijderd en een groter implantaat ingebracht. Dit wordt uitgevoerd via dezelfde incisie. In het andere extreme kan een patiënt vinden dat haar implantaten te groot zijn. Dit is zeer zeldzaam maar opnieuw kan dit enkel worden opgelost door het verwisselen voor kleinere implantaten.

D. Revisies na een borstlift

De meest voorkomende klachten van vrouwen die een borstlifting hebben ondergaan zijn: asymmetrie en op lange termijn de borsten die weer gaan verzakken.

Uitgesproken asymmetrie tussen beide borsten na een borstlifting is meestal te wijten aan slechte pre-operatieve planning. Asymmetrie in vorm en positie van tepel en tepelhof kan doorgaans opgelost worden door gebruik te maken van de bestaande littekens.

Fluctuaties in gewicht en veroudering kunnen ook een invloed hebben op de kwaliteit van de omliggende huid, zodat de borsten beginnen te verzakken. Dit probleem kan ook worden gecorrigeerd met behulp van de bestaande littekens en een korte chirurgische procedure.

E. Revisies na een borstverkleining

Stoornissen in de bloedsomloop van de tepel en het tepelhof

Circulatoire aandoeningen van de tepel en het tepelhof zijn zeldzaam maar kunnen een belangrijke misvorming in dit gebied van de borst veroorzaken.

Blaar- en korstvorming van het tepelhof treden op indien het gebrek aan bloedtoevoer slechts tijdelijk is. De wond geneest meestal spontaan maar heeft de neiging om een gebied van littekenweefsel na te laten dat minder pigment bevat.

Zodra het litteken volledig uitgerijpt is en indien de basisstructuur van de tepel en het tepelhof bewaard is gebleven, kan dit gebied worden getatoeëerd, om de natuurlijke uitstraling van het tepelhof te herstellen.

Als de bloedtoevoer ernstig verstoord is, kunnen de tepel en het tepelhof afsterven. In dit geval is de cosmetische misvorming veel erger. De necrotische huid moet weggesneden worden en de gezonde wond moet gesloten worden met hechtingen.

Zodra het litteken is uitgerijpt, kan een tepelreconstructie worden uitgevoerd.


Stoornissen in de bloedsomloop van het borstweefsel

Deze complicatie is uiterst zeldzaam, maar heeft ernstige gevolgen.


Patiënten met een reeds vooraf bestaande vasculaire aandoening en diegenen bij wie de verkeerde chirurgische techniek wordt toegepast hebben een significant risico. Een deel van hun borstweefsel kan afsterven en besmet worden na de operatie. Dit kan leiden tot abcesvorming of een cutane fistel.

Als grote delen van de borst in dit proces betrokken zijn, kan dit tot een aanzienlijk verlies van volume en tot uitgebreide littekens leiden.

In kleinere gebieden kan vetnecrose optreden. Een deel van het borstweefsel wordt omgevormd tot een verharde massa, bestaande uit olie gemengd met kleine cysten.

Bij palpatie voelt een zone van vetnecrose vergelijkbaar aan met een maligne laesie, maar vetnecrose is een geheel goedaardig proces. Dit kan echter verwarring veroorzaken tijdens mammografie.

De behandeling van vetnecrose varieert. Kleine gebieden kunnen conservatief worden opgevolgd, grote gebieden kunnen echter een operatieve resectie benoodzaken indien de wonden afbreken of weefsel geïnfecteerd raakt.

Idealiter is het nuttig om te wachten, eventueel voor verscheidene maanden, om te bepalen welke delen van het borstweefsel zullen herstellen. Indien grote zones uitgesneden worden, kan het nodig zijn om een autologe borstreconstructie te overwegen.


Littekens

Littekens ter hoogte van het onderste gedeelte van de borst genezen meestal goed. De lengte van het litteken heeft de neiging evenredig te zijn met de hoeveelheid borstweefsel die werd verwijderd: hoe groter de borstverkleining, hoe langer de littekens.

Hypertrofische littekenvorming ontstaat wanneer zich overmatig littekenweefsel vormt. Het litteken wordt typisch rood, verhoogd, steviger en breder. Dit kan verontrustend zijn voor patiënten, maar is vaak genetisch bepaald.

Hypertrofische littekens worden in eerste instantie behandeld met regelmatige massage en het aanbrengen van druk. Dit kan worden gecombineerd met een reeks intralesionale cortisoneinjecties. In ernstige gevallen van hypertrofische littekenvorming kan chirurgische excisie gevolgd door lokale bestraling noodzakelijk zijn.

Overtollige huid kan zich soms verzamelen aan de lagere kant van het verticale litteken of op beide uiteinden van het horizontale litteken. Dit staat bekend als een 'ezelsoor'. Deze kunnen chirurgisch worden uitgesneden als ze zeer prominent zijn of als een patiënt ze oncomfortabel of lelijk vindt.


Ten slotte kunnen alle littekens rekken en breder worden, hetgeen chirurgische revisie ter verbetering van hun uiterlijk rechtvaardigt.


Asymmetrie na borstverkleining

Zoals met alle borstoperaties, is een kleine hoeveelheid resterende asymmetrie onvermijdelijk, aangezien geen twee borsten volledig gelijk zijn.

Eventuele asymmetrie kan worden gerelateerd aan het volume of de vorm van de borst. Als er een volumeverschil is, kan dit worden gecorrigeerd door de grotere borst te verkleinen, of door de kleinere borst te vergroten. De vorm van de borst kan worden verbeterd door beperkte hoeveelheden huid weg te nemen of door de positie van de tepel / het tepelhofcomplex te wijzigen.


Als de tepel / het tepelhofcomplex te hoog of te laag op de borst werd gepositioneerd, weerspiegelt dit en slechte pre-operatieve planning. Een tepelhof dat te laag werd gepositioneerd kan gemakkelijk worden gecorrigeerd door gebruik te maken van de littekens van de borstverkleining. Echter, een tepelhof dat te hoog werd geplaatst is een veel moeilijker probleem om te corrigeren. Het verlagen van het tepelhof kan aanzienlijke littekens nalaten die zichtbaar zijn bij het dragen van een bikini of een laag uitgesneden top.


Tepelretractie

Tepelretractie kan ook optreden na borstreducerende chirurgie. Het littekenweefsel dat zich vormt onder de tepel/het tepelhofcomplex kan ertoe leiden dat de tepel naar binnen getrokken wordt. Dit gebeurt meestal onder invloed van de zwaartekracht op het genezen klierweefsel. Tepelretractie is echter chirurgisch te corrigeren.


Volume- en vormveranderingen

Patiënten met een belangrijk gewichtsverlies hebben de neiging om een significante hoeveelheid klierweefsel te verliezen, echter, de omringende huid verandert hierbij niet mee. Als resultaat hebben de borsten de neiging te zakken en projectie te verliezen.

Een patiënt kan kiezen om het borstvolume te laten toenemen en dit kan bereikt worden door gebruik te maken van standaard augmentatie technieken. Als alternatief kan een borstlift worden uitgevoerd om de vorm van de borst te verbeteren.

Anderzijds hebben patiënten met een significante gewichtstoename de neiging hun borstvolume te doen toenemen. Deze patiënten kunnen kiezen voor een secundaire borstverkleining, die kan worden uitgevoerd door hun eerdere littekens.

Het is belangrijk dat patiënten die gevoelig zijn voor gewichtschommelingen een stabiel gewicht bereiken, dat moet worden gehandhaafd gedurende ten minste één jaar, voor het ondergaan van verdere borstreducerende chirurgie.

Als gevolg van het natuurlijke verouderingsproces kan de borstenvelop haar elasticiteit en stevigheid verliezen. Dit komt vooral voor ter hoogte van het onderste deel van de borst, het gebied het meest beïnvloed door de zwaartekracht. Dit resulteert in een onaantrekkelijke vorm, waarbij het tepelhof op zijn plaats blijft, maar het borstklierweefsel afzakt naar de onderste pool van de borst. Deze misvorming is vooral gebruikelijk na een borstverkleining met verticaal litteken.

Dit komt omdat er onvoldoende huid werd verwijderd uit de onderste pool van de borst tijdens de eerste operatie. Om dit te corrigeren dient het borstklierweefsel te worden hervormd en hoger te worden gepositioneerd. Dit kan gebeuren via de bestaande littekens, maar vaak is het ook noodzakelijk om huid te verwijderen van de onderste polen, zowel horizontaal als verticaal.

correctie1

Fig. 1a

correctie2

Fig. 1b

Figuur: Pre-operative foto (a) van een patiënt na borstverkleining, waarbij de tepel-tepelhof complexen te hoog op de borsten werden gepositioneerd. Post-operative foto (b) toont de gecorrigeerde tepelhoogtes. De littekens boven de tepelhoven zijn onvermijdbaar.